Maak jij als school gebruik van andersbevoegden binnen je onderwijs? In dit artikel zijn de succesfactoren op een rijtje gezet.

Wettelijk kader

Vanuit de Beleidsregel andere dag- en weekindeling scholen G5 is het scholen toegestaan om af te wijken van twee punten van de Wet Primair Onderwijs. Hiermee krijgen scholen tijdelijk meer ruimte voor de inzet van andere professionals dan bevoegde leraren. In het kort:

  • een leerling mag maximaal 22 uur per maand (1 dag per week) les krijgen van een onbevoegde professional zonder toezicht van een leerkracht;
  • de kernvakken taal, rekenen en bewegingsonderwijs mogen niet worden verzorgd door andersbevoegden.

 

Huidige stand van zaken

Sinds najaar 2020 maken steeds meer scholen gebruik van deze andersbevoegde professionals. Vanuit wetgeving vallen ook leraarondersteuners, onderwijsassistenten en zij-instromers zonder startkwalificatie onder de categorie ‘onbevoegd’. In dit artikel richten wij ons echter specifiek op de groep andersbevoegden die extern worden ingezet op domeinen als kunst en cultuur, burgerschap, techniek, beeldende vorming e.d. Voor Amsterdam geldt dat veel scholen van aanbieders gebruikmaken die o.a. te vinden zijn op dit platform.

 

Succesfactoren

Na gesprekken met 25 directeuren, 12 aanbieders en de tussenmetingen van SEO Oberon, kunnen we stellen dat een aantal factoren bepalend of zelfs voorwaardelijk zijn voor het slagen van de inzet van externe professionals binnen een schoolorganisatie.

  1. Investeer tijd en energie in het voortraject
  2. Zoek door tot je een passende aanbieder gevonden hebt
  3. Zorg voor een effectieve landing van de externe binnen de schoolorganisatie
  4. Start klein, breid uit bij succes en werk een langere periode samen
  5. Neem afscheid als het niet werkt

 

Succesfactoren uitgewerkt

1 Investeer tijd en energie in het voortraject

  • Bepaal met het team wat de reden is van de inzet van een externe professional. Zorg ervoor dat de vervanging en gekozen oplossing een gedragen schoolbesluit is.
  • Bepaal welke domeinen, vakgebieden of thema’s centraal staan. In gesprek met een externe is het fijn om zo concreet mogelijk de behoefte van de school te kunnen duiden. Het helpt de externe om hier dan goed bij aan te sluiten.
  • Bepaal welke leerkrachten en leerjaren de inzet betreft en welke collega’s betrokken zijn bij de organisatie en uitvoering. In scholen waar in gezamenlijkheid verantwoordelijkheid wordt gedragen is het risico groter dat de startperiode slaagt.
  • Er is een verschil tussen een ad hoc invaller en een aanbieder die voor een aantal weken of maanden aan je school verbonden wordt. Stem daar ook je investeringstijd op af, net zoals je met een nieuwe medewerker doet.
  • Informeer ouders en de MR over het voornemen van inzet van andersbevoegden. Duidelijke informatie over de (reden van) inzet, activiteiten en periode voorkomt ruis tijdens het traject.
  • Advies nodig? Neem vrijblijvend contact op met de contactpersonen van andersom.amsterdam.

 

2. Zoek door tot je een passende aanbieder gevonden hebt

  • Neem de tijd om je te oriënteren op verschillende partijen. Dit kan via collega directeuren, het eigen netwerk of platforms als andersom.amsterdam.
  • Nodig partijen uit en voel aan of ze bij de werkwijze en populatie van je school passen. Veel partijen ervaren dit gesprek als zeer waardevol.
  • Wissel verwachtingen uit over werktijden, tarieven, wat te doen bij ziekte en zaken als het verlengen/beëindigen van het contract. Voor tarieven zie ook afspraken BBO.

 

3. Zorg voor een effectieve landing van de externe binnen de schoolorganisatie

  • Stel de externe voor aan het gehele team en de direct betrokkene (parallel, achterwacht, e.d.) in het bijzonder. Beschouw de externe als collega en communiceer dit ook naar de leerlingen.
  • Zorg ervoor dat een externe snel inzicht heeft in specifieke schoolafspraken waarvan je verwacht dat deze nageleefd worden. Dit kunnen ook afspraken zijn m.b.t. gedrag van leerlingen.
  • Investeer in een inwerkperiode. Bij aanvang van het traject kan het effectief zijn om bijvoorbeeld het eerste en laatste kwartier samen voor de groep te staan. Bouw dit liever rustig af, dan te snel.

 

4. Start klein, breid uit bij succes en werk een langere periode samen

  • Ondanks de grote tekorten waar scholen voor staan, is het verstandig om klein te beginnen en te ondervinden welke zaken je tegenkomt. Realiseer je dat een andersbevoegde professional geen leerkracht is en bijvoorbeeld op het gebied van klassenmanagement of omgaan met afwijkend gedrag van leerlingen minder ervaring heeft.
  • Onderzoek bij succesvolle samenwerking of de externe partij langer/intensiever kan worden ingezet. De praktijk laat zien dat een duurzame samenwerking verrijking, rust en resultaat geeft.
  • In het verlengde van bovenstaand punt: verken de mogelijkheden van ‘anders formeren en begroten’ binnen je bestuur om deze langdurige inzet te financieren.

 

5. Neem afscheid als het niet werkt

  • Betrek tijdig de organisatie waar de externe bij betrokken is als de inzet niet naar tevredenheid verloopt om te overleggen over aanpassingen e.d.
  • Als blijkt dat de inzet geen succes is, beëindig dan de samenwerking tijdig.
  • Kijk met je team of je op zoek gaat naar een nieuwe partij die wel kan bieden wat jullie zoeken of dat er gekozen wordt voor een andere oplossing.

 

Verder lezen?

Wil je wat voorbeelden lezen van collega’s die andersbevoegden inzetten?

Lees praktijkverhalen van collega’s op: Andersom bij…

Wil je ondersteuning bij je zoektocht naar een passende aanbieder of wil je sparren over de mogelijkheden voor jouw school? Hier vind je: Contactpersonen