Vanuit Andersom Amsterdam en Hogeschool IPABO is van maart tot en met juni 2024 voor het eerst een training georganiseerd voor anders bevoegde professionals. Zowel letterlijk als figuurlijk is deze training voor de deelnemers geslaagd te noemen! In het najaar volgt een nieuwe ronde.
Grote variëteit in inzet en achtergrond
Op veel scholen lopen inmiddels veel anders bevoegde professionals rond. Zij leveren een waardevolle bijdrage aan het basisonderwijs in het kader van werkdrukvermindering, brede talentontwikkeling en het lerarentekort in domeinen waar de vaste leerkrachten ondersteuning zeer bij waarderen, zoals: Kunst en Cultuur, Burgerschap, Digitale Geletterdheid en Sport & Bewegen.
De variëteit van de inzet is enorm: de één loopt inmiddels als zo lang rond op een school dat deze eigenlijk als collega wordt beschouwd; de ander is er slechts voor één programma van anderhalf uur en is dus eventjes te gast in één van de klassen.
De variëteit in achtergrond van anders bevoegden is al even groot… Sommige vakprofessionals geven al jaren les; andere brengen weliswaar een enorm rugzak aan vakkennis mee, maar zijn pedagogisch en organisatorisch nog minder ervaren.
Best een uitdaging dus om voor deze gemêleerde groep een (maatwerk)training te verzorgen. Toch was dat wel de ambitie van Roel Spits van Andersom Amsterdam en docent Jeroen van Waveren van de IPABO.
‘Het doel van deze training is om anders bevoegden meer inzicht en handvatten te geven om hun vakkennis over te brengen’
Roel Spits – projectleider Andersom Amsterdam
Training als ‘keurmerk’
Vanuit zijn rol als projectleider van Andersom Amsterdam ontmoet Roel veel directeuren en aanbieders. Heel vaak zijn beide partijen tevreden over de samenwerking, maar het komt ook voor dat er om welke reden dan ook de inzet minder geslaagd is. Roel: ‘Wij weten inmiddels door ervaring dat dat niet altijd aan de anders bevoegde ligt. Het succes van de inzet hangt af van meerdere factoren. Maar één ding weten we zeker: investeren in anders bevoegden helpt! Sommige aanbieders investeren vanuit hun organisatie zelf al veel in opleidingen en bijscholing. Wij hopen in de eerste plaats dat deelnemers nog steviger voor de klas staan, maar ook dat deze training voor scholen een keurmerk wordt waaraan scholen kunnen zien dat een aanbieder investeert in de scholing van haar medewerkers.’
Doel en opzet training
Roel: ‘Het doel van deze training is om anders bevoegden meer inzicht en handvatten te geven om hun vakkennis over te brengen. De focus ligt op pedagogiek en communicatie: hoe krijg je een groep nu zo dat ze "aan" staan? Hoe communiceer je met de vaste leerkracht en de school? Hoe stuur je bij als het anders gaat dan je vooraf hebt gedacht?’
Deze eerste training bestond uit vijf bijeenkomsten, waar van drie fysiek en twee online. Roel: ‘Tijdens verschillende bijeenkomsten en intervisie zijn we dieper ingegaan op thema’s als didactisch handelen, rollen van de leraar en omgaan met moeilijk verstaanbaar gedrag en de theorie daarachter.’
De deelnemers konden zelf een leerpunt inbrengen en daarin met en van elkaar leren in de intervisiebijeenkomsten. Deze eerste editie is uiteraard geëvalueerd en verder aangescherpt op basis van de feedback. Zo wordt in de volgende ronde coaching on the job toegevoegd en is er een extra bijeenkomst toegevoegd die zich richt op samenwerking met de school.
Ook interesse in deze training?
Na de zomervakantie starten we met de volgende twee groepen. Neem contact op met Roel als jij als anders bevoegde of jouw organisatie daarin interesse heeft. Lees hier meer over de financiering en het programma van de training in het najaar.
Lees hieronder ervaringen van anders bevoegden die deelnamen aan de eerste ronde van deze training.
‘Ik zocht vooral naar tips en tricks om positief les te geven’
Naam: Linlin van Lonkhuyzen
Achtergrond: redacteur, content producer, kenner van sociale media
Werk als vakdocent: domein digitale geletterdheid via Mediawegwijs en eigen bedrijf
‘Ik kwam in het onderwijs terecht acht jaar geleden om dat ik video’s maakte voor Leraar24, heel toevallig dus eigenlijk. Dat was in de tijd dat er op scholen nog amper tablets waren en veel leerkrachten nog onervaren waren met het domein van digitale geletterdheid.
Ik geef gemiddeld één of twee dagen lessen digitale geletterdheid, meestal programma’s van zo’n 12 weken. Verder werk ik nog altijd als videoproducent en programmamaker. Mijn stijl? Ik wil na een korte instructie dat leerlingen lekker aan de slag gaan en een oplossende, onderzoekende houding aannemen. Snel luisteren en dan gaan! Ik vind het fijn als ik na de les van de kinderen hoor: "Dit was echt leuk! Hoe heet die app om dingen te maken, juf? Dan schrijf ik het op een briefje voor thuis."
Reden om deze training te volgen, is puur om meer tips & tricks te krijgen om pedagogisch en positief te blijven als het anders gaat dan ik wil. Ik weet van mezelf dan ik een kort lontje kan hebben, maar dat is in een klas niet helpend. Vanuit de training heb ik nuttige, praktische tips gekregen, zoals: maak van tevoren goede afspraken met de klas maar ook met de vaste leerkracht. Sommige delen van de training waren misschien wat te theoretisch. Wel erg leuk om van andere vakprofessionals te horen waar zij weer tegenaan lopen.’
‘Ik voelde me nog niet juf genoeg’
Naam: Wietske Visser
Achtergrond: taalwetenschapper, Remedial Teacher
Werk als vakdocent: domein kunst & cultuur/burgerschap & persoonlijke ontwikkeling via Taalvorming
‘Ik ben opgeleid als taalwetenschapper en Remedial Teacher. Ik heb als RT’er gewerkt in een praktijk voor taal- en leesbegeleiding. Nu werk ik op scholen als begeleider en consulent, o.a. voor taal, lezen en ouderbetrokkenheid.
Vanuit Taalvorming geef ik lessen creatief schrijven. Ik doe dat nu ongeveer vijf jaar. Op sommige scholen kom ik maar kort, voor een paar losse lessen, op andere scholen ben ik langer betrokken. Het doel is niet alleen om kinderen zich te laten uiten, maar ook om onze vakkennis aan leerkrachten over te dragen. Tijdens mijn lessen is het dus eigenlijk wel de bedoeling dat leerkrachten erbij blijven.
Ik probeer altijd aan te sluiten bij een thema van de school, maar als dat er niet is bedenk ik zelf met welk schrijfonderwerp ik in de klas kom.
Het is fijn om te zien dat kinderen én leerkrachten ervaren dat ze uit de ‘overhoorstand’ en de ‘moraalstand’ mogen komen. Ik blijf weg van kennisvragen, maar vraag liever naar eigen ervaringen van kinderen. Zo probeer ik een ‘vertelstroom’ op gang te brengen.
Reden om deze training te volgen, is dat ik me soms niet juf genoeg voelde. De inhoud is op orde, maar ik voel dat ik zo’n groep soms verlies. Hoe geef je ruimte aan de eigen inbreng van kinderen, maar hou je toch de regie? Hoe geef je kinderen één-op-één goede schrijfhulp, maar hou je ook het overzicht op de hele groep? Ik kwam dus echt om meer leerkrachtvaardigheden op te doen. Ik kwam erachter dat ik veel dingen al wel doe. Sommige delen van de theorie, zoals de vijf rollen van de leerkracht, gaven inzicht. Vooral op het gebied van organisatie heb ik veel opgestoken. Ook hoe ik nog beter kan afstemmen met de eigen leerkracht.
Of ik ooit zelf écht als leerkracht voor de klas zou willen? Dat blijft voor mij een terugkerende vraag. Het lijkt me pittig, ik leg de lat voor mezelf hoog en wil graag elk kind individueel helpen. Maar zeg nooit nooit…’
‘Ik wilde het vakjargon van het onderwijs leren'
Naam: Marlon Roosblad
Achtergrond: marketeer en manager
Werk als vakdocent: domein burgerschap & persoonlijke ontwikkeling via Fawaka Ondernemersschool
‘Mijn achtergrond ligt totaal niet in het onderwijs. Ik heb gewerkt als advocaat, manager, marketing, in binnen- en buitenland. Altijd heb ik gezegd: “Als ik later groot ben, ga ik mijn kennis overdragen.” Anderhalf jaar geleden was het zo ver: de vrijdagen ben ik nu leerkracht. Ik wilde eigenlijk beginnen met losse dagjes of activiteiten van anderhalf uur, maar ja… ik ben erin geluisd en nu de vaste invalmeester op vrijdag ha ha ha. Nee hoor, ik vind het leuk en wil het volgend schooljaar weer doen.
Het eerste half jaar was ik echt nog zoekende: ik kwam halverwege het jaar binnen op een school, deed de programma’s voor het eerst, wilde alles netjes volgens planning afwerken en vooral… was totaal nog niet gewend aan de terminologie en de manier van werken in het onderwijs. En had geen idee dat kinderen de laatste dag van de week of laatste dag voor de vakantie heel anders kunnen zijn dan een andere dag!
Het tweede jaar was totaal anders: ik weet dat het valt of staat met de goede band met de vaste leerkracht van de school.
Ik heb dit jaar een geweldige afstemming gehad met haar, ben aan het begin een dagje met haar meegelopen, volg de routines die zij met de klas heeft. Dat maakt alle verschil. En natuurlijk ben ik ook meer ervaren: ik ken de programma’s die ik ga doen, maar ben flexibel om dingen over te slaan of extra aandacht te geven.
Wat ik heel leuk vind, is dat de kinderen me echt zien als hun meester en kinderen van andere klassen me komen vragen of ze mij ook volgend jaar krijgen. Ik draai programma’s van zo’n zes weken en we eindigen vaak met een presentatie, dat willen zij ook wel. Jammer genoeg is dit nu nog niet structureel in scholen ingebeld in formaties, maar dat komt misschien nog wel.
Leer ik kinderen ondernemersschap met mijn lessen? Misschien een beetje, al zijn ze daar in groep 6 nog wat jong voor. Ze leren wel heel goed samenwerken, dat viel de vaste leerkracht ook op. En soms is het echt genieten: voor het programma Choco Ondernemers hadden kinderen op eigen initiatief nog extra repen chocolade gekocht om die voor het goede doel met winst te verkopen!
Reden om deze training te volgen, was om mezelf verder te verdiepen in de terminologie van het onderwijs. Het onderwijs heeft een heel eigen vakjargon. Binnen Fawaka is er al veel aandacht voor professionele ontwikkeling: we hebben bijeenkomsten via Teams en twee keer per jaar komt iemand in de klas observeren en geeft tips en tops. De training vond ik interessant en ik merkte dat ik al best veel had ervaren of gezien. Hoe heet dat in onderwijsterminologie: van bewust onbekwaam naar bewust bekwaam?’